• Ik sta op 432 en ik spring er 38 verder.
  Dit laat ik de kinderen in de ruimte uitvoeren.
  In wezen is deze werkwijze dezelfde als het rekenen tot de 100.
  
• Ik sta op 432 en ik spring er 338 verder.
  Laat de kinderen vertellen hoe ze het gedaan hebben.
  
• Ook opdrachten als: ik sta op 432 en spring naar 489. Hoe kan ik dat springen? Wat is de tussenruimte?
  
• Graag ook de opdrachten: Ik sta op 432 en spring naar 178. Hoe spring ik daar naar toe?
  
  
• Vergeet ook het vermenigvuldigen en delen niet.

   
Referentie getallen
   
Referentie verbanden

Overige werkvormen

1. Wederom de stappen uitvoeren Het maken van een verhaal bij de opdracht.

2. Het springen van de opdracht.

3. Vertellen wat je gedaan hebt.

4. Tekenen wat je gedaan hebt.

5. In een som weergeven wat je gedaan hebt. Op de volgende pagina staan verschillende strategieën die gebruikt worden in het rekenen tot 1000.


Let wel: Het hoofdrekenen is de basis voor het cijferen